ABU: uitzendwerk is belangrijk en biedt zekerheid

 

Uitzendwerk is goed gereguleerd en is goed voor de arbeidsmarkt – dat is de boodschap van de ABU aan het komende kabinet. Via een statement maakt zij duidelijk dat uitzendbanen échte banen zijn en de uitzendkrachten zekerheid bieden.

De branchevereniging doet tegelijkertijd een oproep aan de beleidsmakers: borg en versterk de allocatiefunctie van de uitzendsector. Want uitzendwerk heeft een grote economische en maatschappelijke meerwaarde, zo stelt Jurriën Koops, directeur van de ABU. “In veel discussies over flexibel werk gaat het over uitzenden. Terwijl uitzenden slechts 8% van de flexibele schil uitmaakt. Tegelijkertijd heeft uitzenden een belangrijke functie op de Nederlandse arbeidsmarkt en biedt het in vergelijking met andere vormen van flexibel werk een goede balans tussen flexibiliteit en zekerheid.”

3 feiten over de uitzendbranche

De ABU wijst op het belang van uitzendwerk voor de arbeidsmarkt:

  1. grootste werkgever;
    Het aandeel uitzendkrachten binnen de werkzame beroepsbevolking is 3%. De branche is een van de grootste werkgevers in Nederland; in 2015 waren er dagelijks 250.000 uitzendkrachten aan het werk (in totaal ruim 770.000 uitzendkrachten).
  2. Uitzendbaan is echte baan;
    Dat het daarbij niet om ‘kleine baantjes’ gaat, laten de cijfers zien. Zo werkt de helft (48%) van de uitzendkrachten meer dan 36 uur per week en 40% is langer dan een jaar werkzaam als uitzendkracht. Een uitzendbanen is een volwaardige baan.
  3. Uitzendbaan biedt perspectief;
    Uitzendbanen zijn banen met perspectief. Want meer dan 60% van de uitzendkrachten is na de uitzendperiode nog altijd aan het werk. Uit cijfers van UWV blijkt dat de uitzendbranche 30% van de mensen die vanuit de WW weer aan de slag gaan, duurzaam aan het werk helpt; 70% van de WW’ers is drie jaar later nog aan het werk.

7 zekerheden uitzendkrachten

Uitzendwerk biedt uitzendkrachten de gewenste zekerheid. Sterker nog, uitzendwerk biedt van alle flexvormen de meeste zekerheid volgens de werkgeversbond. Uitzendkrachten kunnen volgens de ABU bogen op zeven zekerheden:

  1. Uitzendwerk is geborgd in wet- en regelgeving en in de CAO voor Uitzendkrachten; daarin zijn rechten en arbeidsvoorwaarden goed geregeld en is voor de opdrachtgever helder hoe de arbeidsrelatie eruitziet.
  2. Daarnaast krijgen uitzendkrachten vanaf de eerste dag dat zij bij een opdrachtgever aan de slag gaan, hetzelfde salaris als werknemers in een vergelijkbare functie (inlenersbeloning).
  3. Uitzendkrachten bouwen voorts pensioen op wanneer zij minimaal 21 jaar oud zijn en ten minste 26 weken hebben gewerkt voor een uitzendorganisatie
  4. Bij ziekte wordt het loon van een uitzendkracht doorbetaald; het salaris of de ziektewetuitkering wordt in het eerste jaar aangevuld tot 91% en in het tweede jaar tot 80%
  5. Uitzendkrachten hebben toegang tot scholin; 13% van de uitzendkrachten volgt een opleiding (tegen 15% van de mensen met een flexibel contract). In 2020 moet dit percentage liggen op 20%.
  6. Uitzendkrachten kunnen een hypotheek krijgen; via een perspectiefverklaring kan een uitzendkracht (als hij minimaal een jaar voor hetzelfde uitzendbureau werkt) een hypotheek met NHG-garantie aanvragen.
  7. Uitzendkrachten hebben een grotere werkzekerheid (dan bij andere vormen van flexibel werk; uitzendkrachten kunnen terugvallen op het werkgeversnetwerk van de uitzendorganisatie. Uitzendwerk biedt een duurzame opstap naar werk; 75% van de uitzendkrachten die werkloos worden is binnen een jaar weer aan de slag.

Bron: ABU